Op de Jom Hasjoa-herdenking van het Elah Centrum hebben we in de hal van museum ANU in Tel Aviv een grote kaart van Nederland geplaatst. Daarop konden overlevenden of hun (klein)kinderen aangeven waar ze tijdens de Holocaust waren ondergedoken.
Aanleiding was het levensverhaal van Nannie Beekman, die op de herdenking de kaars van de Tweede Generatie aanstak. Nannie werkte jarenlang voor de Nederlandse afdeling van Jad Wasjeem en deed onderzoek voor aanvragen als ‘Rechtvaardigen onder de Volkeren’. Sinds haar pensionering is Nannie betrokken bij het project ‘Mapping Hiding Places’. De bedoeling van het project is op een wetenschappelijk manier naar de onderduik te kijken.
,,We willen de complexe geschiedenis van onderduik visualiseren en een atlas van de onderduik maken’’, vertelt Jan Erik Dubbelman, verantwoordelijk voor de database van het project. ,,Daarvoor proberen we de twee bronnen van informatie over onderduik aan elkaar te koppelen. Familiegeschiedenissen (dwz getuigenissen van overlevenden of hun nakomelingen) vormen de ene bron. De andere bron zijn locale historici die ieder in hun eigen gemeente de oorlogsgeschiedenis onderzoeken.
,,Met betrekking tot de overlevenden, we hebben om te beginnen het archief van de Shoah Foundation van Spielberg doorgespit. Tussen de tienduizenden getuigenissen van overlevenden die in de jaren negentig zijn vastgelegd, bevinden zich 2600 interviews met mensen die in Nederland de vervolging meemaakten. Velen van hen hebben ondergedoken gezeten. En daarnaast verzamelen we individuele gegevens van ondergedoken Joden.
,,Wat de locale historici betreft, het gaat het om honderden mensen die vaak weten waar onderduikers zaten en wie de onderduikgevers waren, maar niet de namen van de onderduikers kennen. Met hun steun proberen we een netwerk te bouwen.’’
Het verhaal dat Joden passief waren moet volgens Dubbelman ‘mee met het oud vuil’.
Dubbelman: ,,Ik denk dat het merendeel van de Joden die zich niet verzetten, ook geen enkele mogelijkheid had om zich te onttrekken. Omdat ze arm waren, te oud of te ziek, of omdat ze vanwege de gezinssituatie niet konden.
,,Onze stelling is dat veel meer Joden hebben geprobeerd aan de deportatie te ontkomen dan in de literatuur wordt gemeld. Zestig jaar geleden heeft Lou de Jong een inschatting gemaakt. Hij kwam tot het aantal van 28.000 onderduikers, maar dat is nooit echt uitgezocht en goed op een rij gezet. Ook verdeelt hij overlevenden in categorieen, terwijl onze indruk is het meer fluide was en dat Joden zich vaak op meerdere manieren probeerden te onttrekken. Dan doken ze bijvoorbeeld eerst in eigen huis onder, deden daarna een vluchtpoging of meldden zich aan voor de Calmeijer-lijst te komen, of omgekeerd. In ieder geval is het klassieke beeld van Anne Frank maar een van verschillende modellen.’’
Je kunt ook de vragenlijst op de website van het project invullen. https://mappinghidingplaces.org
