Site Logo
search input

Contact

  • instegram
  • linkedin
  • facebook

nl

  • Startpagina
  • Over Elah
  • Diensten
    • Tweede Generatie
    • Holocaust-overlevenden
    • Therapeutisch Instituut
    • Sociale Groepen
    • Crisisinterventie en Veerkracht op de werkvloer
    • Slachtofferhulp
    • Maatjes
    • Landelijke Evenementen
  • Artikelen
  • Donaties
  • Jaarverslagen
  • Contact
Site Logo
  • instegram
  • linkedin
  • facebook
search input
  • English
  • עברית
  • Dutch
  • العربية
  • Startpagina
  • Over Elah
  • Diensten
    • Tweede Generatie
    • Holocaust-overlevenden
    • Therapeutisch Instituut
    • Sociale Groepen
    • Crisisinterventie en Veerkracht op de werkvloer
    • Slachtofferhulp
    • Maatjes
    • Landelijke Evenementen
  • Artikelen
  • Donaties
  • Jaarverslagen
  • Contact
breadcrumb

Alles voelt lusteloos

    Startpagina » Artikelen » Alles voelt lusteloos

Datum delen: juli 1, 2025

Het is donderdagmiddag, twee weken tot de schoolvakantie. Mijn kinderen kijken uit naar de eindejaarsfeestjes, naar het zwembad en de picknick met de klas. Ik ben als lerares mijn eigen eindejaarsactiviteiten aan het organiseren. Ik hou een lijstje bij van dingen die ik elke dag af moet hebben, ben doodmoe en tel de dagen af tot de zomervakantie. Eindelijk even op de bank hangen met mijn benen omhoog. Ik scroll op facebook en zie de vraag: wanneer is de Iran-aanval? Even komt er een vraagteken bij me boven. Wat voor aanval? Ik volg het nieuws niet zo nauw, daar word je alleen maar depressief van. Ik scroll verder en vergeet het bericht. ’s Avonds voelt mijn dochter zich niet lekker en vraagt of ze bij mij kan slapen. Ja hoor, natuurlijk. We vallen in slaap.

 

Ik word wakker omdat ik mijn dochter naast me voel verstijven. En dan hoor ik het ook, luchtalarm, 2 uur ’s nachts. De kamer van mijn zoon is een schuilkamer dus we hebben veel minder nodig dan de anderhalve minuut tot de mogelijke inslag. Mijn dochter zit al rechtop maar slaapt nog. ‘Wat is dit nou!’, roept ze. Ik pak een glas water van het nachtkastje. ‘Drink maar, doe maar rustig, we hebben genoeg tijd.’ Wild slaat ze haar armen in het rond en het glas vliegt in stukjes door de kamer. Lichtelijk in paniek til ik haar over de scherven heen, haast me de schuilkamer binnen en trek snel de deur hard achter me dicht. Mijn zoon wordt wakker. Over wie gaan we vandaag grapjes maken? De Houthi’s? Ik kijk op mijn telefoon en het duurt even voordat ik begrijp wat er wordt bericht. ‘De aanval op Iran is begonnen. Er wordt een tegenaanval verwacht.’ Een aanval op Iran, niet uit Iran. Wieltjes gaan draaien in mijn hoofd. Gedurende de vorige aanval uit Iran moest je lang in de schuilkamer zitten. ‘Blijf hier”, zeg ik tegen de kids, en in een mum van tijd sleep ik twee matrassen, dekens en kussens de schuilkamer in. Ik loop naar de keuken een pak flessen water en glazen. Mijn dochter ligt intussen al half te slapen op haar matrasbed. ‘Het raam, het raam moet dicht’, zegt mijn zoon. Achter het gewone raam zitten zware ijzeren deuren waar je nauwelijks beweging in krijgt. Als je het wel voor elkaar krijgt, sluiten ze de hele kamer hermetisch af. Ik ga op het bureau staan en trek met al mijn gewicht aan het hengsel. Ja  hoor, het lukt. Ik loop weer terug naar de keuken en trek willekeurig blikken en een pak rijstwafels uit de kast. Erwten. Boontjes. Tonijn. ‘We gaan toch geen tonijn eten in mijn kamer? Dat is pas vies’, walgt mijn zoon.

Na nog vijf keer heen en weer lopen besluit ik dat ik echt klaar ben om langdurig in de schuilkamer door te brengen. Ik ga op mijn matras liggen en val in een onrustige slaap. Over een paar uur moet ik op om les te geven. Het gebeurt wel vaker dat ik niet slaap na een nachtelijk luchtalarm en de volgende dag doodmoe de dag door moet sukkelen. Maar dit is anders. Er wordt een tegenaanval verwacht. Geen school. Geen bijeenkomsten. Alleen maar essentiele bedrijven gaan morgen open. Het is net Corona.

De volgende ochtend weten we niet wat er gaat gebeuren. We zitten nog vast aan alle verwachtingen van de komende week, de eindejaarsfeestjes, het werk, alle plannen die we hebben gemaakt. We laten ze niet los. Eerst het weekend doorkomen. Wanneer ik even wat ga halen in de buurtsuper, lopen mensen rond als zombies. Iedereen is stil en praat liever niet met elkaar. Dat is uitzonderlijk voor Israeli’s – iedereen heeft altijd wel wat op te merken, of aan te merken.

In het begin van de avond beginnen onze telefoons rare geluiden te maken. Door de Home Front Command wordt een nieuw soort bericht gestuurd: ‘Blijf in de buurt van de schuilkamer, binnenkort verwachten we een raketaanval in jouw omgeving, alarm volgt in een paar minuten’. Dat zijn we niet gewend. Elke keer als de telefoon een kreet uitslaat rennen we hals over kop naar de schuilkamer, maar begrijpen daarna dat het nog niet hoeft. Dus terug naar de huiskamer. De film die we aan het kijken zijn, ET, moeten we eeds onderbreken door dit heen-en-weer geren. Uiteindelijk is het menens. We gaan de schuilkamer in en blijven daar de hele nacht. De kinderen vallen na een tijdje in slaap en ik blijf wakker worden, volg de alarms en tel het aantal boemen.  Ze klinken metalig, net als een metalen garagedeur die rammelt in de wind. Ik moet eraan wennen. Die uit Jemen en Libanon klinken anders.

In de loop van de dag zien we beelden van gebouwen die zijn geraakt. Het is onwezenlijk. Van de boemen die ik gisternacht telde, luidden een aantal het laatste moment van iemands leven in. Ik denk er liever niet aan.

Zo gaan de dagen voorbij. ’s Ochtends is het rustig, eind van de middag/ begin van de avond begint het feest. In het begin zitten we lusteloos op de bank achter onze schermpjes. We maken een tacomaaltijd waarvan we opfleuren en spelen Monopoly. Mijn zoon wil per se zijn zwembroek ophalen bij zijn vader, want hij kan nog niet loslaten dat er geen zwemfeestje is op zondag. Ik wil het ook niet loslaten. Ik had zoveel plannen voor de laatste lesweek met mijn klas. En nu?

Om de tijd door te komen ruim ik het huis op en maak schoon. Het is al duidelijk dat er na het weekend geen school zal zijn. Sommige mensen hebben het over een of twee weken, maar daar kan mijn hoofd niet bij.

Op zondagochtend word ik wakker en begrijp dat er wordt verwacht dat ik opdrachten en knutselwerkjes stuur aan mijn leerlingen. Mijn kinderen hebben zoom. Iedereen heeft honger. Ik probeer wakker te worden uit een diepe trance en alles tegelijk in order te maken. Om twaalf uur is alles gedaan. We krijgen de inslagen van de afgelopen nacht te zien. Nog meer doden en gewonden. Het is nog steeds onwerkelijk.

De derde nacht is het engst. De boemen klinken heel hard en het zijn er erg veel. Na de aanval kan ik niet verder slapen. Ik probeer er achter te komen waar de raketten zijn gevallen. De burgemeester schrijft een bericht: het zou kunnen dat er restanten in de stad zijn terechtgekomen. Een vriendin uit Amerika vraagt of alles oke is, en zegt dat ze voor ons bidt. Een vriendin uit Jeruzalem vraagt of we in orde zijn, en ik vraag het haar ook. Een vriendin van mijn moeder uit Nederland is ook wakker en schrijft me. Ik voel me minder alleen en de moeheid overvalt me.

De volgende ochtend blijkt dat  Petach Tikva is geraakt, het stadje ten zuiden van ons. Minstens twee doden en een hoop gewonden. Dit keer worden de beelden gedeeld door een kennis die architect is. Hij laat zien dat als een restant op het gebouw valt, de schuilkamer heel blijft. Maar als jouw gebouw direct wordt geraakt, dan is een schuilkamer niet genoeg. Dan zit je beter in een schuilkelder. Ik raak lichtelijk in paniek. Maar als ik doorvraag, begrijp ik dat een directe hit zeldzaam is en dat ook in dat geval de schuilkamers soms kunnen beschermen. Een deel van het spel is veligheidsmaatregelen, de rest is pure mazzel.

Een hele week gaat zo voorbij. De kinderen douchen vroeg ’s avonds, zodat ze klaar zijn voor de nachtelijke aanvallen. Tussen de aanvallen door trekken we vergeten hobbies uit de kast, maar alles voelt lusteloos. Bedrukt. We hebben niet echt ergens zin in. Ik luister naar muziek uit mijn tienertijd en voel me af en toe een beetje normaal.

Dinsdag worden we om vijf uur ‘s ochtends wakker gemaakt door een nieuwe ronde aanvallen. De kinderen, die bij hun vader zijn, bellen om te zeggen dat ze naar de schuilkelder om de hoek rennen. Met de hele buurt zitten ze drie uur lang als sardientjes in een klein heet kamertje zonder elektriciteit geperst. Drie uur lang horen we alarm na alarm, boemen in de afstand, boemen dichtbij. Mijn zoon stuurt een bericht – er komt een staakt-het-vuren aan. Maar dan volgt er toch weer nieuw luchtalarm. Iran heeft ‘per ongeluk’ nog een laatste raket gestuurd.

De rest van de dag voelt nog chaotischer dan de week ervoor. Iedereen bereidt zich voor om terug te gaan naar school, werk, naar ‘normaal’ leven. Wat is dat ook alweer, normaal? Een vriendin plant hoe ze de schuilkelder kan inrichten voor de volgende keer. De gemeente gaat er nog meer bouwen. En we herinneren elkaar eraan dat de gegijzelden nog steeds niet terug zijn. De oorlog, de polarisatie, en de onveiligheid lijken eindeloos. Tegelijkertijd voelt de sfeer buiten bijna nonchalant. Toen ik vanochtend op school aankwam omhelsde iedereen elkaar en lachten we non-stop. Het voelt alsof we met kleine schokjes wakker worden uit een nare droom. Maar diep in me, en in iedereen, zit een naar gevoel dat we niet van ons kunnen afschudden.

deel

Share on WhatsApp Share on Twitter Share on Facebook Share on Telegram Share on LinkedIn

Meer artikelen over dit onderwerp

Related Article Image
juli 1, 2025
Algemene Ledenvergadering

Algemene Ledenvergadering Eind juni vond de jaarlijkse algemene ledenvergadering van het Elah Centrum plaats, waarin onder meer een overzicht is gepresenteerd van de activiteiten in 2024. Dat jaar stond uiteraard in het teken van de 7 oktober-oorlog en alle werkzaamheden die eruit voortvloeiden. Tegelijkertijd hebben we de dienstverlening aan onze vaste doelgroepen voortgezet: 4575 Holocaustoverlevenden […]

Lees verder
Related Article Image
juli 1, 2025
Angst, verdriet en verwarrring in Tamra

Op de nacht tussen 13 en 14 juni trof een Iraanse raket een huis in Tamra, een Arabische stad in het noorden van Israel met meer dan 36.000 inwoners. In het huis woonden twee broers met hun gezinnen. De vrouwen van de broers kwamen om het leven, en twee dochters van één van de broers. […]

Lees verder
Related Article Image
mei 20, 2025
Zie je mij staan

Onlangs braken als gevolg van salarisverlagingen stakingen uit onder docenten en kleuterleidsters. De staking bracht een ernstig en diepgaand probleem aan het licht: gebrek aan waardering. Naomi Schwartz Friedman, voorheen kleuterleidster en nu therapeut voor kinderen en volwassenen, probeert de stemming onder woorden te brengen. Waar ging het om bij de staking? ,,De discussie rond […]

Lees verder

Doneer aan ons

Abonneer je op onze nieuwsbrief

    In welke taal wil je de nieuwsbrief lezen

    Mail: info@elah.org.il

    Aanmelding voor behandeling: 1-800-800-440

    Kantoor & Administratie: 050-6644000

    Privacybeleid Toegankelijkheidsverklaring
    • instegram
    • linkedin
    • facebook

    • Over Elah
    • Diensten
    • Artikelen
    • Donaties
    • Jaarverslagen
    Site Logo

    Alle rechten voorbehouden aan het Elah Centrum | Extra digitaal ontwerp en ontwikkeling