Van binnen gebroken

Nederlandse Gemeenschap

Jannie Ades-Mouw uit Kfar Aza doorstond de barbaarse inval op 7 oktober. Het zal lang duren om van deze ramp te herstellen, zegt ze. Haar zekerheid, veiligheid en toekomst zijn verdwenen.

Na het gruwelijke bloedbad van Hamas op 7 oktober zijn honderdduizenden mensen geevacueerd, eerst uit het zuiden, later ook uit het noorden van het land. Ze worden onder meer opgevangen in hotels bij de Dode Zee, in ouderenhuizen, bij particulieren en in kiboetsiem. Onder de geevacueerden bevinden zich ook Nederlanders. Jannie Ades-Mouw en twee van haar vier kinderen bijvoorbeeld, die in Kfar Aza woonden.

Jannie: ,,Die zaterdag 7 oktober zouden we de verjaardag vieren van mijn kleinkind Shir, die 5 jaar werd. De taart was gebakken, de slingers opgehangen. Maar zoals iedereen werd ik om half zeven wakker van de sirenes. Mijn eerste reactie was: Oke, de schuilkamer in. Kennelijk worden raketten afgevuurd. Dat maken we wel vaker mee. Straks komt het leger en wordt het opgelost. Maar het hield niet op, de geluiden van geweerschoten en ontploffingen werden sterker en kwamen dichterbij. Via whatsapp kreeg ik een filmpje van terroristen die met een pickup truck onze kiboets binnenreden. Dat was altijd mijn grote angst. Tegelijkertijd kwam de instructie van de kiboets om ons in onze schuilkamers op te sluiten.’’

Anderhalve dag heeft Jannie alleen in de schuilkamer doorgebracht. Om het huis heen hoorde ze voortdurend ontploffingen en oorlogsgeweld, achter het huis werd Arabisch gesproken, het luik van de schuilkamer werd beschoten. Omdat de elektriciteit uitviel en de verbinding haperde, was ze zich van de omvang van de ramp niet bewust. Ze bleef kalm, las op haar e-reader die vanwege een geplande vakantie helemaal was opgeladen. Haar zonen Tomer en Itai zaten allebei met gezin in hun eigen schuilkamer, probeerden de kinderen muisstil te houden en het gevaar uit te zitten.  

In Kfar Aza zijn op 7 oktober 61 mensen vermoord, 18 gegijzeld en 16 gewond, van wie sommige ernstig. De 85-jarige buurvrouw van Jannie behoort tot de dodelijke slachtoffers, terwijl de andere buren, een echtpaar van rond de 65, zijn gegijzeld.

Jannie: ,,Het ene huis zijn ze wel binnengevallen, het andere niet. Sommige mensen hebben overleefd door urenlang aan de klink van de schuilkamerdeur te hangen, met de terroristen aan de andere kant van de deur, anderen zijn vermoord nadat het huis in brand is gestoken. We hebben ontzettend veel geluk gehad dat mijn twee zonen en hun families, mijn ex-man en ik het hebben overleefd.’’

Zoon Itai werd met vrouw en kind het eerste geevacueerd en heeft met zijn dochtertje in zijn armen een lange weg bezaaid met lichamen moeten aflopen. Zoon Tomer was de laatste die werd weggehaald. ,,Dat waren eigenlijk de moeilijkste uren’’, zegt Jannie, ,,het afwachten tot we wisten dat Tomer en zijn gezin veilig waren. En daarna de confrontatie met de doden, vermisten, gegijzelden en gewonden.’’

Voorlopig woont Jannie in Ramat Hashofet. ,,Het is verbazingwekkend zo snel als je aan een in feite ondenkbare situatie kunt wennen. Je staat op, je redt het om de dag door te komen, en ook de volgende dag lukt het. Uiterlijk zie je het niet, maar van binnen ben ik gebroken. Het heeft 50 jaar geduurd om over de Jom Kipoer-oorlog heen te komen en het zal niet minder lang duren om van deze ramp te herstellen. Onze zekerheid, veiligheid en onze toekomst zijn verdwenen.

,,Het contrast tussen voor en na 7 oktober is enorm. We leefden in deze ontzettend mooie plaats, met al dat groen, met familie, vrienden en bekenden om ons heen. Vroeger dacht ik altijd: als tenminste een van mijn vier kinderen op fietsafstand van mij woont, dan is het goed. Maar ik kreeg twee zonen in de buurt, veel meer dan waarom ik had gevraagd, en kleinkinderen die ‘oma, oma’ riepen als ze me op straat tegenkwamen.

,,Nu zijn we in de rouw. We rouwen om degenen die zijn vermoord en we rouwen om het gezins- en het gemeenschapsleven dat we kenden en dat niet meer terugkomt. We moeten beslissingen nemen, terwijl het daar helemaal niet de tijd naar is en we daar niet klaar voor zijn. Ga ik met de kiboets mee naar een tijdelijke huisvesting, kan ik me ooit weer veilig voelen in Kfar Aza, of ga ik ergens anders wonen? Tomer zou een koffie- en sandwichbar openen in Sderot, en ik zou voor hem gaan bakken. Dat gaat niet door. Itai heeft een timmermanswerkplaats in Kfar Aza maar weet niet of hij terug wil. De kiboets was net het proces begonnen om de huizen te privatiseren. Die huizen die er niet meer zijn. Aan de andere kant denk ik: wat zit ik te klagen. Je hebt je hele familie nodig. We hebben misschien niks meer, maar we hebben elkaar.’’

Elah geeft vijf gratis sessies noodinterventie aan iedereen die door de oorlog is getroffen. Aarzel niet om hulp te vragen. Stuur een boodschap via onze whatsapp, telnr 050-6644000 of via het contactformulier op onze website www.elah.org.il  Wij doen ons best om zo snel mogelijk op uw verzoek te reageren.  

 

 

מאת
Leontine Veerman
Content Manager Elah
תודה רבה לך!
אופס... משהו השתבש בשליחת התגובה. נסו שוב מאוחר יותר
Terug